Chanoeka in de Dijksynagoge
Rabbijn Harold Schuldweis citeerde (in zijn boek: Voor wie niet kan geloven) “Voor gelovigen zijn er geen vragen en voor ongelovigen geen antwoorden.” Een mooie oneliner, zou je denken. Vervolgens echter schreef hij dat zijn waarneming anders was, namelijk: Dat gelovigen eerlijke twijfels hebben en ongelovigen op zoek zijn naar serieuze antwoorden. Eén van de tradities tijdens het Chanoeka, samen met het Poerim één van de twee feesten van na de Thora, is het vertellen van wonderverhalen. Dit jaar was er vanzelfsprekend het verhaal van het Chanoeka en het traditioneel aansteken van de kaarsen. Op zaterdagavond 12 december jl. was het de 7e dag van Chanoeka, dus werden er 1+7 kaarsen aangestoken, waarna het Ma’oz Tzur gezongen werd. Een lied dat naar vermoedelijk dateert uit de 13e eeuw, de tijd van de kruisvaarders. Een lied dat verhaalt van bevrijding van vier oude vijanden: de Farao, Nebukadnezar, Haman en Antiochus. Een lied met historische maar ook met emotionele waarde, zeker in een tijd waarin vijandschap helaas actueel is. Daarna verhalen van Ruth, Abel en Ronald, verhalen van gebeurtenissen in het eigen leven of het land Israël. Verhalen waarnaar alleen maar met verwondering naar geluisterd kon worden. Verhalen die doen geloven in de Eeuwige G’d, die de mens zoekt, zich met de mens bemoeit en waakt over Zijn volk. De foto’s geven een impressie van een geslaagde avond.